Persbericht
Galerie
Wilfried Lansink exposeert Rik Beemsterboer uit St Gallen, Zwitserland
van 27 januari t/m 24 februari 2002
Rik
Beemsterboer heeft in 1992 de kunstakademie als schilder in Enschede afgesloten.
Na de akademie kreeg hij een stipendium om naar Indonesie te reizen op
uitnodiging van de kunstakademie in Yogyakarta op Java. Beemsterboer had
de mogelijkheid om de Indonesische kultuur met alle Nederlandse invloeden
als ex-kolonie te bestuderen.
Hij heeft daar veel getekend en geschilderd. Na zijn terugkeer woonde
en schilderde hij in Amsterdam. In 2000 is hij naar St.Gallen in Zwitserland
verhuisd om daar zijn schilderwerkzaamheden en -ontwikkeling voort te
zetten. Zijn eerste expositie was in 1994 in het gemeentehuis van Borculo.
In 1995 exposeerde hij in een groepsexpositie "Mens en Landschap"
in Den Bosch in "De Muzerije".Op grote schilderijen versmelten
mens- en landschapselementen met elkaar met grote, agressieve penseelstreken.
In deze werken zou men overeenkomsten met het "Abstract Expressionisme
kunnen vaststellen.
In het gebouw van "Frontline Voice Response and Callcenters"
in Rotterdam heeft Beemsterboer zijn eerste grote solotentoonstelling.
Ook daar toont hij grote schilderijen waarin abstraktie en figuratie elkaar
overlappen. De penselen zijn varierend van groot naar klein met grote
bewegingen gebruikt. Hij mengt de kleuren op het doek in plaats van op
het palet.
In
het jaar 1997 verbaasd hij alle met een volledige nieuwe stijl. Grote
geometrische, twee dimensionale vormen beheersen het doek. Alle vormen
worden omrand door zwarte of gekleurde lijnen. En als men langer kijkt
ziet men dat het niet geheel abstract is en herkent men toch ook weer
figuratieve elementen zoals een vogel, een gezicht of een figuur. Zelf
zegt hij hierover:" Als ik schilder laat ik mijn hand als in een
meditatie of trance over het doek glijden waarbij mijn motoriek en handen
het werk doen. Het denkmechanisme is hierbij passief. Uit het onderbewuste
onstaan de vormen. De aaneengeschakelde monochrome kleuren werken driedimensionaal.
Hij werkt verschillende jaren in deze stijl om dan in 1999 weer terug
te keren naar de menselijke vorm waar de kleuren weer op het doek gemengd
worden.
In dit jaar heeft hij een solo-expositie in Kokopelli in Amsterdam. In
maart 2000 heeft Beemsterboer een grote overzichtstentoonstelling in "De
Muzerije " in Den Bosch.
In hetzelfde jaar zet hij voet in Zwitserland met de groepstentoonstelling
met het thema "virtuell und doch reell-reell und doch virtuell"
in Gallerie WerkART in St.Gallen en een solotentoonstelling in de kasteelgalerie
"Greifenstein auf dem Buechberg".
In 2001 wordt hij uitgenodigd door Diana Ammann om te exposeren in Commercio.
De mens staat nog steeds in het middelpunt maar de schilderijen zijn zeer
realistisch geworden. Beemsterboer schildert portretten met kleine penselen
met preciese streken. Gezichten van mensen die je op straat zou kunnen
tegenkomen. Beemsterboer behoudt zijn eigen handschrift en door de vervreemd
werkende omgevingen behouden zijn schilderijen een heel eigen identiteit.
De schilderijen die hij nu in Gallerie Wilfried Lansink tentoonstelt hebben
een verdere ontwikkeling doorgemaakt. De stijl van Beemsterboer is nog
eigener geworden. Hij schilderd nog steeds realistisch, maar de portretten
hebben hun oorspronkelijke vorm verloren,ze zijn grotesk geworden; de
ogen, neus en mond zitten vaak niet meer op de plaats waar ze behoren
en gezichten worden soms als kauwgum uitgerekt. Toch blijven de gezichten
hun karakter en uitdrukking behouden. De omgevingen waarin de menszijn
abstract en hebben tegelijkertijd iets realistisch. Hierdoor lijken de
portretten nog meer tot leven te komen.
Naast portretten schildert Beemsterboer nu ook mensfiguren en kleinere
groepen mensfiguren die "uit vorm"zijn. Armen, benen en handen
die veel te lang of te kort zijn, voeten die niet meer fisisch kloppen.
Je hebt het gevoel in een lachspiegel te kijken.
Toch blijf je het idee hebben dat je het met een normaal mens te doen
hebt. De vervormingen geven het karakter, de pijn en de vreugde aan. De
mens kan in zijn schilderijen afwisselend lachen, serieus of dromerig
kijken. Het ene moment denk je een lach te zien, terwijl het volgende
moment het een schreeuw kan zijn.
Deze "Bacon-achtige" figuren (als ik zo vrij mag zijn deze link
te leggen) bevinden zich in zowel abstracte als in realistische omgevingen.
In sommige doeken loopt de vervormde omgeving synchroon met de mens waardoor
er een energieke beweging onstaat.
In de vierluik "De vrouwen met handtas aan het strand" is de
omgeving realistischer geschilderd en door het kontrast van de fijne penseelstreken
van de mensfiguur met de grovere penseelbewegingen in de omgeving wordt
dit werk zeer energetisch en dynamisch.
|